Hoe schrijf je een roman? Deel 26 Uitnodiging leesgroep
‘Desiree, je hebt zo’n indringend boek geschreven over jouw ervaringen in Saoedi-Arabië. Graag willen we als leesgroep jouw boek ‘Vrij onder de sluier’ samen met je bespreken. Er wat dieper op in gaan. Wat vind je ervan?’ Linda kijkt me verwachtingsvol aan.
Ik hoef er niet lang over na te denken. Wat er gebeurd is in Saoedi-Arabië, dat moet de hele wereld weten. De rillingen trekken door me heen tot aan mijn tenen. Het is als de dag van gisteren dat er zo’n griezel van de religieuze politie voor me staat. Hij zwaait met zijn stok om me aan de islamitische regels te houden: ‘Cover your hair, you are in an Islamic country!’
Een paar weken later bel ik aan bij het huis van Linda in Zoetermeer. Ze leidt me naar haar knusse huiskamer, waar ze samen met de andere leesgroepleden op de bank tegenover me plaatsneemt. Eerst drinken we thee en daarna is het tijd om iedereen mee te nemen in de Arabische cultuur.
Ik pak mijn sluier, die ik verplicht was om in Saoedi-Arabië op straat te dragen. De goudgekleurde ringetjes van de kralen aan de sluier schitteren in het licht van de schemerlamp.Totdat ik begin te vertellen over mijn geheimen van deze vierkanten doek, dat al snel een schaduw werpt op wat zo mooi had kunnen zijn:
‘Achter deze sluier kan ik me verschuilen. De ultieme oplossing voor als je wilt afspreken met leuke Arabische, maar het kunnen ook westerse mannen zijn. Je kunt jouw gezicht en jouw haar erin verhullen. ik voel me dan ineens op en top een Arabische vrouw, die zich in een limousine door haar man laat vervoeren naar zijn favoriete restaurant in het centrum. Elke keer dat de mutauwa, de religieuze politie het restaurant binnenvalt, haal je deze hoofddoek te voorschijn. Je bent dan onzichtbaar, net als alle Arabische vrouwen…’
‘Wat bedoel je, Desiree? Mogen de vrouwen niet naar een restaurant?’
De dames van de leesgroep hangen aan mijn lippen. Hun ogen dwingen me om door te gaan met mijn betoog.
‘Ze mogen wel naar een restaurant, maar ze moeten hun haren te bedekken en vaak ook hun gezicht achter een zwarte doek verbergen. Als of ze niet belangrijk zijn, er niet toe doen.’
Ik staar voor me uit, hopend een lichtpuntje te kunnen ontdekken in zwarte gat waar mijn herinneringen zijn opgeborgen.
‘Elke keer weer als ik terug kijk, hoeveel risico’s heb ik genomen door de regels regelmatig naast me neer te leggen en vrolijk met Arabieren ben uitgegaan. Wat had er kunnen gebeuren, ik moet er niet aan denken. Een gevangenisstraf van jaren zou nog mild zijn, maar de kans op de doodstraf was niet ondenkbaar.’
Misselijkheid stijgt op vanuit mijn maag.
Vele vragen en reacties volgen: ‘Ik ben begonnen aan je boek, maar kon het niet meer wegleggen. Ik heb een paar traantjes gelaten. Zoals de directrice die op jouw vader leek, wat een weerslag dat had op jou. En hoe je behandeld ben door die Arabier, alsof je zijn eigendom was.’
Als afsluiting komt de prangende vraag: ‘Zou je weer terug willen gaan naar Saoedi-Arabië?’
Ik laat ze nog even in spanning.
Dan schud ik resoluut mijn hoofd. ‘Nee, ik wil niet meer terug. Ik heb het een paar jaar geleden overwogen om een Nederlandse vriendin op te zoeken in Saudi voor een laatste research en nogmaals de sfeer te proeven ten behoeve van het schrijven van mijn boek. Mijn vriendin woonde er samen met haar man, een Brit, op een compound. Haar man moest toestemming vragen aan zijn baas, want die was verplicht om voor mij garant te staan.
‘Waarom wil mevr. Janssen naar Saoedi-Arabië komen?’ had zijn baas gevraagd. ‘Ze is bezig met het schrijven van een boek over dit land.’ Dat werd een no-go.
Nu moet ik er niet meer aan denken om naar Saoedi-Arabië terug te gaan. Ik zou me erg onveilig voelen. Steeds weer die onderzoekende blikken van de religieuze politie. De kans dat ik opgepakt zal worden, als ik me in gezelschap zou begeven van een man. Zelfs met mijn huidige partner zou ik daar niet op straat kunnen lopen, omdat we niet getrouwd zijn.’
Terwijl geroezemoes van de dames opzwelt tot een waar popconcert, kijk ik uit naar de volgende meeting van een leesgroep, dit keer in Zwijdrecht…
Desiree Janssen,
31 januari 2018